Vrijmetselarij in acht vragen en persoonlijke antwoorden
U wilt meer weten van ons, vrijmetselaren. Wat ons bezielt en drijft, hoe wij te werk gaan, wat ons interesseert?
De antwoorden kunnen alleen persoonlijk zijn, al zal ik mijn best doen om rekening te houden met de inzichten en voorkeuren van andere vrijmetselaren… voorzover ik die ken, of kan bevroeden.
Klik op een vraag om het antwoord te lezen.
1. Wat is vrijmetselarij in de kern?
Een ontmoetingsplaats voor mensen die hun ideeën willen toetsen bij anderen, en die daar een eigen benadering voor hebben ontwikkeld. Zij delen, rationeel of intuïtief, door aanleg of door levenservaring verkregen, gedachten over hoe zij als vrijmetselaren met elkaar – en met andere mensen – willen omgaan.
Dus: een broederschap van mensen die zoeken naar zelfontplooiing en zelfverwezenlijking, en die gehecht zijn aan hun eigen vertrouwde methoden daarbij.
Wij claimen niet dat onze benadering voor iedereen de beste of de enige zou zijn, alleen dat die óns goed bevalt.
2. Helpt de vrijmetselarij bij het zoeken naar antwoorden op levensvragen?
Ja, door de aandacht voor die algemeen menselijke vragen (waarom zijn wij hier, wat is de zin van ons leven) én door het aanreiken van een beschutte werkplaats, waar wij ons gezamenlijk kunnen verdiepen in die vragen. Niet door het presenteren van een vast recept, van een leerstellig geloof.
Wel is het ongetwijfeld zo dat wij vrijmetselaren, met alle onderlinge verschillen, overeenstemmen in tal van opvattingen, waarin wij “geloven”.
Idealen van menselijkheid, van mededogen met de ander en van verantwoordelijkheid voor het eigen handelen, ontroerde verwondering over het leven.
3. Daarin zijn de vrijmetselaren niet uniek! Wat onderscheidt hen dan wel?
Er zijn gelukkig overal – in alle culturen, van humanistisch, christelijk, islamitisch, joods, hindoeïstisch tot boeddhistisch – mensen van goede wil te vinden, die streven naar een harmonieuze samenleving. Er zijn dan ook vele groepen en genootschappen, die qua menslievende doelen niet voor de vrijmetselarij onderdoen of die misschien voorbijstreven. Het eigene van de vrijmetselarij moet u zoeken in het symbolieke spel, dat wij spelen, met zijn begrippen en beeldspraken, vooral ontleend aan de steenhouwerij.
Die elementen – symbolen en zinnebeelden – worden door ons gebruikt bij onze “arbeid”, gericht op verbetering van onszelf.
Onze ceremonieën, rituelen, concentreren zich op de eigen persoonlijke groei en op de uitstraling daarvan op onze medemens. .
4. Hoe verhoudt de vrijmetselarij zich tot godsdienst, geloof en kerken?
Heel algemeen gesproken laten vrijmetselaren elkaar – en ieder ander mens – volledig vrij in de eigen persoonlijke opvattingen op godsdienstig en religieus gebied. De vrijmetselarij stimuleert haar leden om te zoeken naar wat mensen verbindt, en niet naar wat hen verdeeld houdt, en ook om zelfstandig op zoek te gaan naar de eigen persoonlijke waarheid.
Van nature zijn wij meer geïnteresseerd in de overeenkomsten tussen diverse gedachtestromingen dan in gekissebis over verschillen en details.
Voor zover een vrijmetselaar zelf niet tot een kerkgenootschap behoort of zelfs niet godsdienstig is, zal hij toch de emotionele verwondering over de geheimen van het leven, over de onbegrijpelijkheden van ons universum, kennen.
Je kunt dus stellen dat een vrijmetselaar “religieus” is, in de zin van verbazing over wereld en leven, van een zich verbonden voelen met zijn medemens, van ontzag voor hetgeen boven de mens uitgaat, het onbenoembare …….. dat wij dan maar aanduiden met “Opperbouwmeester des Heelals”.
Maar een “gelovige” of een “kerkganger” hoeft hij niet te zijn.
De agnost, de niet-weter, die niet door een godsdienstige “openbaring” op de hoogte is geraakt van de zin van het leven, is in de Nederlandse vrijmetselarij welkom.
Godsdienstig gelovigen zijn dat ook, al zullen zij soms weer met verrassing ontdekken dat in hun loge ook andere opvattingen opgeld doen.
Het palet van inzichten binnen de vrijmetselarij zal meer omvatten dan dat binnen hun kerkelijke stroming. Orthodoxe gelovigen zullen moeite hebben met het accepteren dat hun overtuiging maar “een mening” is.
Maar ook de fervente atheïst, die bij voorbaat ontkent dat er meer tussen hemel en aarde is dan natuurkundigen cum suis ooit zullen ontdekken, heeft een probleem.
Hem zullen de ceremonieën niet “pakken”, vanwege hun beroep op de emotionele verwondering en het ontzag voor het niet begrepene.
5. Zijn vrijmetselaren conservatief of vooruitstrevend?
Op het punt van hun methoden, de symbolen en rituelen, hun kleding, gebruiken en zinswendingen, kun je ze wel als behoudend beschouwen. Ze houden van traditie, hechten aan het besef dat zij zijn voorgegaan door andere generaties loge-leden en hopen dat zijzelf zullen worden opgevolgd door nieuwe generaties. Het vuur dat wordt doorgegeven.
Conservatief zijn zij ook in de zin van “onderzoekt alles en behoudt het goede”, en in de zin van de maatschappelijke harmonie die zij nastreven.
Eerder verlichte burgers dan barricaden bevolkende radicalen, al hebben Zuid Europese gezagsdragers daar in de 19e eeuw wel eens heel anders over gedacht.
Vooruitstrevend zijn zij in hun “liberale” opvattingen, stammend uit de tijd van de Verlichting, in hun overtuiging dat de ene mens geen voorrechten kan claimen ten koste van de ander.
Henri Knap, jarenlang voorzitter van zijn loge, heeft het in een rituaaltekst – deel van de ceremonie ter gelegenheid van de opening van ons “werkjaar” – heel mooi gezegd:
“Hen, die boven mij gesteld zijn, zal ik eerbiedigen maar nooit met meer dan de eerbied, die ik mijzelf verschuldigd ben. Hen, die aan mijn macht zijn toevertrouwd, zal ik beschermen en leiden met Broederliefde. Ik zal oprecht zijn, zonder dat mijn oprechtheid zal wonden”.
In mijn eigen woorden: mededogen en begrip voor de medemens, de ander en jijzelf zijn uit hetzelfde hout gesneden, respect én zelfrespect.
6. Zijn vrijmetselaren serieus?
In zekere zin, ja. Ze kijken wat verder dan hun neus lang is, vinden een gesprek over voetbal, een nieuwe automobiel of vrouwelijk schoon op zijn tijd best leuk, maar zijn daarnaast toch altijd geïnteresseerd in een gesprek over minder tastbare zaken. Ik besef dat die trits zojuist niet helemaal recht doet aan onze oprechte achting voor, en affiniteit met, de vrouw. Daar komen we nog op terug.
Maar zijn ze altijd serieus? Nee. Ik denk dat de loge bestaat bij de gratie van een subtiel evenwicht tussen enerzijds ernst en anderzijds vrolijkheid, tussen emotioneel betrokken zijn bij “de arbeid” en daar enkele uren later met spot en zelfspot commentaar op geven.
Op dezelfde avond een stemmige, serieuze ceremonie én een uitbundige maaltijd, waarbij de grappen en plaagstoten over de tafel vliegen.
Vrijmetselaren zijn misschien wel serieus, maar sombere, gekwelde zielen zijn het in het algemeen niet. Uitzonderingen bevestigen de regel, zoals u weet.
De meeste logeleden geven steeds opnieuw blijk van een positieve instelling ten opzichte van het leven. Eerder optimisten dan pessimisten.
7. Waar staan vrijmetselaren politiek?
Het meest gepaste antwoord zou nu zijn: dat maken ze zelf uit, dus dat zou u ze één voor één maar zelf moeten vragen. Maar ik denk dat er toch wel iets meer over te zeggen valt. U zult ze niet vinden in de extreem-rechtse of extreem-linkse hoek. Vrijmetselaren zijn niet gecharmeerd van autoritaire en dogmatische regimes en organisaties, en omgekeerd is er evenmin sprake van veel sympathie.
Onze beginselverklaring is over het maatschappijbeeld van de leden van de Nederlandse Orde van Vrijmetselaren tamelijk duidelijk.
Vrijheidsgezind, “liberaal” van het type dat u bij verschillende politieke partijen kunt aantreffen.
Maatschappelijke betrokkenheid van de leden wordt toegejuicht.
Maar voor de rest: alle vrijheid voor de eigen politieke opvattingen, op de vrijmetselaren zelf komt het aan om keuzen te maken en maatschappelijk actief te zijn.
8. Wordt in de loge over politiek gesproken?
De avonden die niet gewijd zijn aan een ceremonie (het “inwijden” van een nieuw lid tot “leerling”, zijn “bevordering” tot “gezel”, zijn “verheffing” tot “meester”, of een andere festiviteit worden besteed aan de bespreking van een onderwerp. Een voordracht door één van de leden – of een buitenstaander – gevolgd door een doorgaans heel rustige en evenwichtige gedachtewisseling.
Een discussie, maar zonder de scherpe kantjes van een echt debat. Geen winnaars en verliezers.
Op zo’n avond kan heel goed een maatschappelijk vraagstuk aan de orde gesteld worden. In die zin wordt – niet al te vaak overigens – over politiek gesproken.
Maar welles-nietes discussies, tussen aanhangers van verschillende partijen worden onverbiddelijk afgehamerd door de voorzitter.
Volgens oude regels, in de 18e eeuw door een Engelse dominee-vrijmetselaar opgeschreven, zijn “twistgesprekken” over religie en politiek uit den boze.
Maar juist een gedachtewisseling die frank en vrij, zonder angst voor onheuse reacties, kan worden gevoerd is het hoogste dat onze wekelijkse “comparitie” te bieden heeft.
Dus: niet te bang zijn voor stevige en openhartige gesprekken, maar ervoor zorgen dat ze niet in “twisten” ontaarden.
Willem S. Meijer (Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren 2011 – 2016)